Reisimpressies uit het westen van Georgië

25/09/2025 / Reizen / Georgië / Hoge Kaukasus / HOVO / Labrys

De voormalige Sovjetrepubliek Georgië kan bogen op een eeuwenoude geschiedenis waarvan we nog overal de bijzondere sporen kunnen terugvinden. Daarnaast is er sinds de onafhankelijkheid (1991) sprake van een opvallende herleving van eeuwenoude tradities in dit Zuid-Kaukasische land. Deze nazomer bezochten we met een groep HOVO-cursisten ism Labrys Reizen het minder bezochte westen van Georgië en ontdekten daar vooral ook de uitzonderlijke schoonheid van de natuur. Hieronder een aantal impressies en foto’s.

Onze rondreis start in de regio Samtsche-Dzjavacheti die ten zuidwesten van de hoofdstad Tbilisi ligt en grenst aan Armenië en Turkije. Het landschap is er ruig en kent flinke hoogteverschillen. Deels betreft dit het Dzjavacheti-plateau dat een vulkanische oorsprong kent en feitelijk het noordelijkste deel vormt van het Armeens Hoogland.

We rijden er met onze 4×4 Minivans over deels onverharde wegen en kijken uit over uitgestrekte vlaktes met mooie vergezichten en vele schapenkuddes. De herders blijken vooral Armeniërs te zijn die in de zomer een nomadisch bestaan leiden en overnachten in geïmproviseerde hutjes. We zien onderweg maar weinig permanente bewoning, veel huizen staan leeg en bevinden zich in vervallen toestand. Alleen de voornamelijk Armeense kerken zijn in redelijke staat. Ook komen we meerdere vulkanische meren tegen die enorme dieptes kennen, zoals het Tabatskoeri-meer.

In Achaltsiche, de hoofdstad van de regio, bezoeken we het in 2012 opnieuw gereconstrueerde Rabati-fort, een van oorsprong ommuurd middeleeuws handelskwartier. Hoewel er in die periode vooral joodse kooplieden werkten, woonden er ook orthodoxe Georgiërs, apostolische Armeniërs en Turkse moslims binnen de muren. Van al deze groepen bezoeken we de overgerestaureerde gebedshuizen.

In meer originele staat bevindt zich het nabij de Turkse grens gelegen Khertvisi-fort (10e eeuw) en het Georgisch-orthodoxe Vardzia-holenklooster (12e eeuw). Daar bewonderen we onder meer een prachtige fresco van de middeleeuwse Georgische vorstin Tamar. Veel indruk maakt ook het eveneens uit de Middeleeuwen stammende actieve vrouwenklooster Saro, dat spectaculair is gelegen tussen de prehistorische megalieten hoog boven de Mtkvari-rivier.

Vanaf Achaltsiche vervolgen we onze weg verder in westelijke richting parallel aan de Turkse grens. Deze brengt ons wederom naar onherbergzaam gebied met als letterlijk hoogtepunt de Gordedzi-pas. Deze is de helft van het jaar onbegaanbaar vanwege hevige sneeuwval. Inmiddels bevinden we ons dan in de (autonome) regio Adzjarië, waar een aanzienlijk deel van de (Georgische) bevolking het islamitische geloof aanhangt. We komen onderweg de nodige minaretten tegen, vaak verstopt hoog in de bergen. Op een gegeven moment rijden we parallel aan de grensrivier Adjaristskali dat letterlijk de rivier van Adzjarië betekent. Behalve een aantal middeleeuwse boogbruggen zijn er recent ook een aantal kleine stuwdammen in deze rivier gebouwd die de regio voorzien van elektriciteit.

De Adjaristskali mondt uiteindelijk uit in de Zwarte Zee, vlak onder de hoofdstad van Adzjarië Batoemi die wij ook kort aandoen. Deze grootste badplaats van Georgië heeft de afgelopen jaren een metamorfose ondergaan en lijkt uiterlijk inmiddels op een kleine versie van Dubai. Gelukkig liggen een aantal historische plekken er nog redelijk onaangetast bij, zoals het oorspronkelijk uit de Romeinse tijd stammende fort Gonio en de al in de 19e eeuw ontwikkelde Botanische Tuin. Deze is gelegen op een reeks heuvels langs de kust van de Zwarte Zee. De subtropische

vegetatie van meer dan 2000 soorten planten en bomen in combinatie met panoramische uitzichten over zee laten een grote indruk achter.

We vervolgen onze weg langs de Zwarte Zee in noordelijke richting waar we op een gegeven moment gedwongen zijn de kustweg te verlaten. Reden is dat het noordelijke deel van de Georgische kust – meer dan de helft van het totale kustgebied – onder het door Rusland gecontroleerde Abchazië valt en de grens hier naartoe potdicht zit. We rijden nu in noordoostelijke richting parallel aan de Georgisch-Abchazische grensrivier Engoeri waar we op een gegeven moment stuiten op een van de grootste boogdammen van de wereld: de Engoeri-dam. De hieraan verbonden waterkrachtcentrale voorziet een aanzienlijk deel van Georgië en van Abchazië van elektriciteit.

Inmiddels zijn we in het Hoge Kaukasusgebergte belandt waar zich de hoogste bergen van Europa bevinden. Maar liefst 12 bergtoppen zijn hoger dan de Mont Blanc en de meeste hiervan liggen in Georgië op de grens met Rusland, met name in de regio Svanetie. Tijdens onze tocht naar deze hoogste regio van Georgië komen we heel wat spannende haarspeldtochtbochten tegen met betoverende uitzichten op hoge besneeuwde bergtoppen, zoals de Oezjba van 4700 meter hoog.

In Svanetie overnachten we in twee plaatsjes, waarvan Oesjgoeli op een hoogte van 2100 meter tot de hoogst bewoonde plekken van de wereld wordt beschouwd. We vinden in dit plaatsje een groot aantal hoge stenen torenhuizen – de zogeheten kosjki – die al in de Middeleeuwen werden gebouwd als verdedigingswoningen en deels nog in goede staat verkeren. Ze hebben meestal 3 tot 5 verdiepingen en de dikte van de muren neemt af met de hoogte, waardoor ze een toelopende vorm kennen. Ook zien we hier meerdere piepkleine orthodoxe kerkjes die in familiebezit zijn en die je alleen kunt bezoeken in gezelschap van iemand van de familie. De meeste stammen wederom uit de Middeleeuwen en binnen tref je er indrukwekkende fresco’s en iconen aan. We maken er ook bergwandelingen met op de achtergrond de hoogste berg van Georgië in zicht, de Sjachara, van 5203 meter hoog.

Tot vorig jaar kon je na Oesjgoeli niet verder rijden. De hier gelegen verbindingsweg naar Lentechi was er zo slecht aan toe, dat je zelfs met een jeep halverwege vast kwam te zitten. Onlangs is de weg geüpgraded en rijden we er voor het eerst met onze 4×4 Minivans overheen. Zeker het eerste deel behoort tot de mooiste wegdelen van de Zuidelijke Kaukasus. Mede dankzij het heldere weer genieten van ademloze uitzichten naar 4000 en 5000 meter hoge bergtoppen die tevens de grens met Rusland vormen. Dichterbij de Hoge Kaukasus kun je bijna niet komen!

Vanaf Lentechi dalen we verder naar beneden naar de Georgische regio Ratsja, een zeer dunbevolkte regio waar van oudsher zowel wijn als thee wordt verbouwd. We bezoeken er de wijnmaker Chvantsjkara. Deze is vooral bekend om zijn semi-zoete rode wijn die tijdens het Sovjettijdperk als hoogste klasse wijn werd beschouwd en werd geschonken bij bezoeken van internationale hoogwaardigheidsbekleders aan het Kremlin. Het zou ook de wijn zijn die werd geschonken tijdens de Jalta-conferentie in 1945 op schiereiland de Krim. We bezoeken ook families die wijn maken en proeven daar naast wijn ook heerlijke chacha, een Georgische variant van grappa.

Ratsja heeft een aantal van de mooiste kerken van Georgië op haar grondgebied staan. We bezoeken er onder meer de Barakoni-kerk en Nikortsminda-kathedraal. Deze is gebouwd in het jaar 1014 en nog steeds gebruikt voor diensten, wij horen er tijdens een dienst prachtige koorzang. Bovendien bezoeken we hier de hoogst gelegen synagoge van het land, in het stadje Oni. Deze is eind 19e eeuw gebouwd in de neo-Moorse stijl en nog steeds in gebruik. Wel is er nog maar een handjevol bezoekers, aangezien sinds de val van het communisme de meeste Georgische Joden zijn geëmigreerd naar Israël en de VS.

Onze laatste bestemming in West-Georgië is de stad Koetaisi. Dit was de hoofdstad van Georgië van 1008 tot 1122 nadat koning Bagrat III de verschillende Georgische gebieden had verenigd in het Verenigde Koninkrijk Georgië. Die periode wordt ook wel de Gouden Eeuw van Georgië genoemd vanwege de grote economische en culturele bloei van het land. Het hoogtepunt vormde heerschappij van koning David de Bouwer, wiens naam onder meer verwijst naar de vele wegen die hij in Georgië heeft aangelegd en de voortvarendheid waarmee hij het land verder opbouwde en uitbreidde.

Hij was een belangrijke inspiratiebron voor president Michail Saakasjvili die tijdens zijn presidentschap (2004-2013) voor zichzelf een vergelijkbare rol zag weggelegd. Net als David de Bouwer liet hij door geheel Georgië een vernieuwd wegennet aanleggen inclusief een groot aantal rotondes. Daarnaast bouwde hij in Koetaisi een nieuw parlementsgebouw – een 83 miljoen dollar kostend glazen postmoderne constructie – om vervolgens het Georgische parlement uit Tbilisi hier naartoe over te plaatsen. Na zijn aftreden is het parlement weer teruggekeerd naar de hoofdstad en sindsdien staat de postmoderne glazen constructie leeg. Helaas konden we het alleen van de buitenkant bekijken.

Een andere eyecatcher in Koetaisi is de Bagratikathedraal gebouwd aan het begin van de 11e eeuw op een hoger gelegen plek bij de stad in opdracht van koning Bagrat III. Tijdens de belegering van de stad door de Ottomanen in de 17e eeuw is de kathedraal zwaar beschadigd en werd niet meer gebruik. Maar ten tijde van president Saakasjvili is besloten de kathedraal te herbouwen en inmiddels is deze weer in functie. Binnen is duidelijk een onderscheid te maken tussen de oorspronkelijke ruïne en de nieuw toegevoegde delen. Maar van buiten straalt het gebouw eenheid van stijl uit, bovendien is het uitzicht over de stad hier formidabel.

In de binnenstad ten slotte zien we veel gebouwen uit het fin de siècle, veelal gelegen rondom of nabij het boomrijke stadspark. Ook bewonderen we veel beelden van bekende Georgische schrijvers, dichters en schilders die hier woonden en werkten. De stad staat bekend als de culturele hoofdstad van het land en het plaatselijke kunstmuseum toont een prachtige selectie schilderijen van ’s lands bekendste 19e en 20e eeuwse schilders zoals Niko Pirosmani, Lado Goediasjvili en Elena Achvlediani.

Deze culturele sfeer vinden we zelfs terug in de cafés en restaurants die we hier bezoeken, zich uitend in de kunstzinnige vormgeving ervan en in de uiteenlopende kunstuitingen die we er bewonderen. En net als overal in West-Georgië smaken ook hier de lokale gerechten weer voortreffelijk, dit zijn eveneens stuk voor stuk ware kunstwerken!

=============================================================== 

Hieronder een zelf geschoten korte foto-impressie van de rondreis door het westen van Georgië  (© Karel Onwijn).

In november en december geven we onder de titel ‘Op literaire rondreis door Eurazië’ een cursus over literatuur uit de ex-Sovjetlanden’ waarbij ook veel aandacht zal worden geschonken aan literatuur uit Georgië, zowel uit het verleden als heden. Zie voor meer informatie: https://vu.nl/nl/onderwijs/hovo-amsterdam/cursussen-opleidingen/op-literaire-rondreis-door-eurazie-online

Reisimpressies uit het westen van Georgië Meer lezen »

Impressies uit het hart van Centraal-Azië

29/08/2025 / Reizen / Pamir Highway / Tadzjikistan / Oezbekistan/ Kirgizië / HOVO / Labrys

(GEPOST OP 31 AUGUSTUS DOOR KAREL ONWIJN)

Tot 1991 maakten de Centraal-Aziatische landen Tadzjikistan, Oezbekistan en Kirgizië nog deel uit van de Sovjet-Unie en vielen ze nog direct onder Russisch bestuur. Maar sinds de onafhankelijkheid geven ze ieder op eigen wijze vorm aan hun onafhankelijkheid. Daarbij proberen ze aan te sluiten op tradities uit het pre-Russische tijdperk. Deze zomer bezochten we met een groep HOVO-cursisten ism Labrys Reizen deze regio, met als een van de hoogtepunten de Pamir Highway. Dit is na de Karakoram Highway de hoogst gelegen internationale weg ter wereld. Hieronder een aantal impressies.

Bij aankomst in de Tadzjiekse hoofdstad Doesjanbe valt meteen het groot aantal spiksplinternieuwe protserige paleisachtige kantoorgebouwen op. Hierdoor denk je heel even dat je bent gearriveerd in een van de Arabische Emiraten. En niet in de 100 jaar geleden gebouwde hoofdstad van de voormalige Tadzjiekse Socialistische Sovjetrepubliek die vroeger ook nog langere tijd Stalinabad heette. Zelfs de architectuur uit die periode wordt naarstig afgebroken.

Sinds de onafhankelijkheid kent het land een reeks nieuwe nationale helden die je overal in het straatbeeld terugvindt. De belangrijkste is Ismail Samani, amir van het Rijk der Samaniden. De Tadzjieken beschouwen dit Perzische-Tadzjiekse Rijk (819-999) als de voorloper van hun huidige staat. Ismail Samani is sinds de onafhankelijkheid tot een soort vader des vaderlands gebombardeerd, wij treffen overal zijn standbeeld aan. Ook in hartje centrum Doesjanbe stuiten we op zijn metershoge beeltenis met daarboven een nog veel kolossaler gouden triomfboog.

Een andere nationale held die we overal in de Tadzjiekse hoofdstad en ook elders in het straatbeeld tegenkomen, is de huidige president Emomalii Rachmon. Hij is al sinds de Tadzjiekse burgeroorlog halverwege jaren 1990s aan de macht,  veel Tadzjieken met wie in gesprek komen, spreken met ontzag over hem. Hij is meestal op grote plakkaten aan de kant van de weg te zien in een zwaaiende pose en steevast gekleed in een net maatkostuum. Vaak staan er ook aan hem toegeschreven wijsheden bij.

De derussificering in Tadzjikistan lijkt omgekeerd evenredig aan de opmars van Chinese invloeden. Zo overheersen personenauto’s en bussen van Chinese makelij het straatbeeld van Doesjanbe. En buiten de hoofdstad zien we overal vrachtwagens met Chinese kentekens rijden. Ook blijken veel nieuwe wegen waarover we rijden door Chinese bedrijven te zijn gebouwd.

Na Doesjanbe rijden we in zuidelijk richting waar we onderweg veel bouwwerken tegenkomen uit het pre-Russische tijdperk. Deze zijn recentelijk opgeknapt of opnieuw gebouwd – replica dus. Tadzjikistan kan inderdaad bogen op een millennia-oude geschiedenis, nauw verbonden met vroegere beschavingen als Bactrië, Sogdië, het Achaemenidische Rijk, het Samanidische Rijk en ga zo maar door. De laatste decennia zijn er veel archeologische opgravingen gedaan waarbij een schat aan artefacten is gevonden. Ook zijn er steeds meer sites voor het publiek te bezoeken. Zo bezochten wij de in 2012 opgegraven zoroastrische stad Karon die vermoedelijk 4000 jaar geleden is ontstaan. We zagen er onder meer resten van een vuurtempel met vijf koepels en van twee windtempels, met een prachtig uitzicht over hoge bergen.

Karon ligt in het Pamirgebergte in de autonome provincie Gorno-Badachsjan. Ze ligt bovendien pal op de grens met Afghanistan, boven de grensrivier de Pandzj en de hieraan parallel lopende Pamir Highway. Aan de overkant van de rivier zien we met het blote oog Talibanvlaggen wapperen en zien we hoe een grote groep jongemannen bij een nieuw gebouwde moskee in de openlucht zich heeft verzameld. Aan de Tadzjiekse kant van de rivier zijn op veel plekken hoge hekken geplaatst. Ook komen we veel militairen tegen, onder meer vanwege de grootschalige illegale drugs-en mensensmokkel aan deze grens. Overigens betrof dit eerder nog deels Russische militairen, maar die zijn volgens de lokale inwoners naar het Oekraïense front verplaatst en vervangen door Tadzjieken.

Er zijn maar enkele bruggen over de Pandjz-rivier naar Afghanistan te vinden die meestal hermetisch zijn afgesloten. Bij een van deze bruggen – de Vredesbrug – wordt aan de Tadzjiekse kant 1 keer per week een zogenaamde ‘Afghaanse markt’ gehouden. Een selectie Afghaanse handelaars krijgt dan van de Tadzjiekse autoriteiten toestemming om de brug over te steken met handelswaar. Daarbij moeten ze hun paspoort afgeven aan de Tadzjiekse grenswachten waarvoor ze in ruil een badge met een nummer krijgen. De markt vindt plaats op een klein omheind terrein pal naast de rivier bewaakt door politie die angstvallig de Afghanen in de gaten houdt.

Ook wij hebben een bezoek aan deze markt gebracht. De Afghanen blijken open voor een praatje, maar spreken nauwelijks een buitenlandse taal. Ze wonen vaak in de grensprovincie, leven vaak van de landbouw en verkopen er hun groenten en fruiten. Sommigen blijken in Kaboel te hebben gestudeerd en zeggen graag meer van de wereld te willen zien. Ze zouden daartoe graag eerst in Tadzjikistan gaan wonen, want de inwoners zijn cultureel en ook taalkundig nauw aan hen gelieerd, sommigen hebben zelfs verre familiebanden.

Na ons verblijf in het Pamirgebergte rijden we over de Pamir Highway noordwaarts via Doesjanbe naar de tweede stad van het land Choedzjand. Deze weg blijkt spectaculair mooi te zijn met hoge bergpassen – zoals de Talvidara-pas van 3250 meter hoog – en met wijdse uitzichten. Maar we krijgen ook opvallend veel militaire controles – niemand kan ons uitleggen waarom. We realiseren ons weer des te meer dat we een land bereizen dat nauwelijks persvrijheid kent

Net als de andere de andere Centraal-Aziatische Sovjetrepublieken is ook Tadzjikistan in de jaren 1920s ontstaan op de tekentafel van de Sovjetleiding. Daardoor zijn er vrij willekeurige grillige grenslijnen getrokken waardoor bijvoorbeeld het noorden van Tadzjikistan – en dus ook de stad Choedzjand – met slechts een smalle landstrook is verbonden met de rest van het land. Dit uiterste noorden maakt deel uit van de Fergana-vallei, een vruchtbare regio die door de Sovjets is verdeeld tussen Oezbekistan, Kirgizië en Tadzjikistan. Slechts één weg verbindt dit noorden met de rest van Tadzjikistan en deze verbindingsweg loopt grotendeels door een onherbergzaam gebied met veel hoge bergpassen en lange soms onverlichte tunnels.

Onderweg naar Choedzjand maken we nog een stop in de 2500 jaar oude stad Istaravsjan waar we het als nieuw gerestaureerde Mug Teppe-fort bekijken. In Choedzjand zelf, gelegen aan de belangrijke Centraal-Aziatische rivier Syr Darya, brengen we eerst een bezoek aan het zeer goed gedocumenteerde Historische Museum. Hier maken we uitgebreid kennis met de eeuwenoude geschiedenis van deze stad. Ze bestaat al meerdere millennia en zou gesticht zijn door Alexander de Grote. Ook was het lange tijd een belangrijke stopplaats op de Zijderoute. Net als de andere steden in deze regio kwam ze in de loop van de 19e eeuw onder Russische controle en werd ze vanaf jaren 1920s een Sovjetstad die luisterde naar de naam Leninabad. Sinds de onafhankelijkheid heeft Choedzjand weer haar oude naam terug en heeft zich ontwikkeld tot een levendige stad met een grote overdekte bazaar en veel gerestaureerde moskeeën uit de pre-Russische tijd

Na Choedzjand steken we de grens over naar Oezbekistan en verblijven we een aantal dagen in het Oezbeekse deel van de Fergana-vallei. Deze grotendeels vlakke vallei is zeer vruchtbaar en we komen de nodige katoenplantages en rijstvelden tegen. Ook bezoeken we een traditionele zijde- en porseleinfabriek die al meer dan 100 jaar oud zijn maar in de Sovjetperiode een marginaal bestaan hebben geleid. Verder vallen in dit gebied de vele nieuw gebouwde moskeeën op. Ook de in het Kirgizische deel van de Fergana-vallei gelegen stad Osj die we daarna bezoeken, zien we veel grote moskeeën. We bezoeken daar de heilige berg Soelajman-Too. Volgens de overlevering zou profeet Soelajman hier een bezoek hebben gebracht en er gebeden hebben uitgevoerd.

Osj is het officiële startpunt van de Pamir Highway waarover we dus eerder in Tadzjikistan hebben gereden. Nu doen we dus het Kirgizische traject tot net aan de Tadzjiekse grens. Vervolgens rijden we naar de voet van de Leninpiek, de hoogste berg van Kirgizië (7134 m). We verblijven daar een aantal dagen op het basiskamp (3600 m) om van daaruit een aantal bergwandelingen te maken. De meest bijzondere is die naar de Poetesjestvennikov-pas op 4150 meter hoogte met een fantastisch uitzicht op de Leninpiek en andere bergtopen en gletsjers in het Pamirgebergte. Overnachten doen we in een joertkamp en eten doen we samen met (mede-)alpinisten – vooral uitkomstig uit andere voormalige Sovjetrepublieken – in een goed verzorgde kantine.

Ons laatste reisdoel ligt in Noord-Kirgizië, namelijk de hoofdstad Bisjkek, die in de Sovjet-Unie nog Froenze heette, vernoemd naar de gelijknamige Sovjetgeneraal. In deze grote stad zie je veel meer Sovjetarchitectuur dan in Doesjanbe en het lijkt daardoor net of je 40 jaar terug stapt in de tijd. Ook hier bezoeken we het rijkelijk van mooie artefacten voorziene Nationaal Historisch Museum. We leren er dat Kirgiziërs – in tegenstelling tot de Tadzjieken en Oezbeken – een nomadisch volk zijn dat ooit leefde in Siberië en in de loop der eeuwen naar het zuiden is getrokken om zich uiteindelijk in en rond het Tiensjan-gebergte te vestigen. In de Sovjetperiode maken de communisten een abrupt einde aan het nomadenbestaan in Kirgizië – iedereen moet zich op vaste woonplekken vestigen.

Maar sinds de onafhankelijkheid beleeft het nomadenbestaan in Kirgizië een comeback en tijdens onze reis door het land zijn we overal rondtrekkende herdersgezinnen met vee tegengekomen. Ook hier zien we dus net als in Tadzjikistan en Kirgizië de grote herwaardering van oude tradities uit de periode voordat de Russen de macht hadden. Tegelijkertijd is ook hier het Russisch nog altijd de belangrijkste voertaal, maar rijden de inwoners op steeds grotere schaal in Chinese auto’s over Chinese wegen..

=============================================================== 

Hieronder een zelf geschoten korte foto-impressie van rondreis door Tadzjikistan, Oezbekistan en Kirgizië (© Karel Onwijn).

In november en december geven we onder de titel ‘De vijf ‘stans’: een cultuurhistorische verkenning van Centraal-Azië’ een cursus over de cultuur historische en actuele ontwikkelingen in de vijf Centraal-Aziatische landen Kazachstan, Kirgizië, Tadzjikistan, Oezbekistan en Turkmenistan, zie voor meer informatie: https://www.hovoutrecht.nl/cursus/op-ontdekkingstocht-door-centraal-azie/

Impressies uit het hart van Centraal-Azië Meer lezen »

Impressies uit het Baltisch-(Bela)Russische grensgebied

Reizen / Litouwen / Letland / Estland / Balticum / Rusland / HOVO / Labrys

De Baltische landen grenzen rechtstreeks aan Belarus en Rusland. Vooral sinds de Russische agressie in Oekraine staan deze grenzen onder zware druk. Mede door de toenemende Russische en Belarussische dreiging is het grensverkeer sterk ingeperkt. Op nog maar een paar plekken kunnen een beperkt aantal mensen de grens oversteken. Hoe is momenteel de sfeer in het Baltische deel van dit grensgebied? Onlangs bezochten we met een groep HOVO-cursisten ism Labrys Reizen dit gebied, hierbij wat impressies.

We beginnen onze reis in Zuidoost-Litouwen nabij de Belarussische grens. Daar ligt het rustieke spastadje Druskininkai dat vele moderne wellness-centra telt. Er zijn nagenoeg geen Belarussen te vinden en maar weinig wijst erop dat we ons slechts op 10 km van de Belarussische grens bevinden. Behalve dan de verkeersborden met Belarussische plaatsnamen als Minsk en Grodno. Ook hier is de grensovergang maar zeer beperkt toegankelijk. Volgens de in de omgeving wonende Viktoras betreft dit voornamelijk Belarussen die in Litouwen werken en daar een speciale vergunning voor hebben. Op hun beurt mogen volgens hem ook Litouwers met de benodigde papieren Belarus inreizen, maar daar zou nog maar weinig animo voor zijn: ,,Niemand neemt dat risico, want je weet maar nooit of je niet opeens wordt vastgehouden.”

We rijden op gepaste afstand van de Belarussische grens verder in noordelijke richting en komen net na de Litouwse hoofdstad Vilnius vlak aan de weg een aantal grote gebouwen tegen daaromheen een indrukwekkend hekwerk met veel prikkeldraad. Dit blijkt de plek te zijn waar vluchtelingen uit het Midden-Oosten worden opgevangen die de Belarussische autoriteiten al langere tijd bewust over de grens met Litouwen probeert te zetten met als doel onrust te zaaien. Een extra reden voor de Litouwse autoriteiten om miljoenen euro’s investeren in de verdere versterking van de grens met Belarus. Even later rijden we langs een NAVO-oefenterrein waar eerder dit jaar een aantal Amerikaanse soldaten zijn verdronken nadat ze met hun pantservoertuig vast kwamen te zitten in een van de vele moerassen die zich hier bevinden.

Weer verder noordelijk, al niet meer zover van de Letse grens, stuiten we op de inmiddels gesloten Ignalina-kerncentrale. Deze bevindt zich letterlijk op de grens met Belarus – het oorspronkelijke terrein bevond zich zelfs voor een klein deel over de grens. Dat is niet vreemd, aangezien de centrale is gebouwd ten tijde van de Sovjet-Unie waarvan toen zowel Litouwen als Belarus deel uitmaakten. De kerncentrale is van hetzelfde type als die in 1986 in Tsjernobyl ontplofte. Het is daarom niet vreemd dat sinds de Litouwse onafhankelijkheid in 1991 alles in het werk is gesteld deze kerncentrale te sluiten. De twee kernreactors zijn uiteindelijk in 2004 respectievelijk in 2009 stilgelegd.

Wel kunnen we de simulator bezoeken die sinds de ramp in Tsjernobyl werd gebruikt om te oefenen wat te doen in geval van noodsituaties. Opvallend is dat de voertaal op de apparatuur en in de handleidingen uitsluitend in het Russisch is. Vrijwel al het personeel dat hier werkte was inderdaad van Russische, Belarussische en Oekraïense afkomst, zo vertelt Anastasija die ons hier rondleidt en zelf ook van Russische afkomst is. Het personeel emigreerde in de jaren 70 vanuit het oosten naar het speciaal voor deze kerncentrale gebouwde Litouwse stadje Visaginas.

Nadat de kerncentrale in 2009 werd gesloten zijn, de hoogopgeleide specialisten verhuisd naar landen elders in de wereld om daar weer aan slag te gaan in de nucleaire industrie. Het overig personeel kon maar gedeeltelijk een andere baan vinden in de omgeving. Toch heerst er ondanks de sociaaleconomische problemen in Visaginas een ontspannen sfeer. Volgens de hier woonachtige natuurgids Anton leven de Litouwers, de Oekraïners, de Belarussen en de Russen vreedzaam naast elkaar en is er sprake van veel gemengde huwelijken. Inwoners hier zijn volgens hem vaak twee- of zelfs drietalig.

Wanneer we verder naar het noorden doorrijden komen we in Daugavpils, de tweede stad van Letland. Ook dit is een etnisch gemengde stad waar etnische Russen meer dan 50% van de bevolking uitmaken en de Letten slecht 20%. De voertaal tussen de mensen op straat is inderdaad het Russisch, maar de taal op de verkeers- en informatieborden is uitsluitend in het Lets. Net als in Litouwen en Estland is de autochtone taal de enige officieel toegestane taal in Letland. Maar ook hier treffen we een ontspannen sfeer aan op straat en lijken de verschillende bevolkingsgroepen vreedzaam met elkaar samen te leven.

Wel worden er de ontwikkelingen aan de andere kant van de grens met Belarus en Rusland met argusogen gevolgd. Volgens Janis – werkzaam op de plaatselijke universiteit – maakte men zich in de stad aanvankelijk niet zoveel zorgen over een mogelijke aanval uit het oosten. Maar sinds het aantreden van de Amerikaanse president Trump en zijn toenadering tot de Russische president Poetin is men iets minder op zijn gemak. Volgens hem zijn er maar weinig Poetin-aanhangers in de stad. De meeste inwoners hebben een Lets paspoort en men reist maar al te graag naar Europa, om te studeren of voor vakantie. Wel is er in de stad nog altijd een kleine groep mensen met een Russisch paspoort of een zgn ‘grijs’ paspoort (‘statenloos’) waarmee ze vooralsnog zonder problemen de Russische grens over kunnen.

Wat verder opvalt in Daugavpils is het grote aantal kerken van zeer uiteenlopende gezindten. Naast Russisch-orthodoxe, Rooms-katholieke en Lutherse kerken vallen vooral die van de zogeheten Oudgelovigen op. Dit blijken vaak zeer bescheiden kerkjes te zijn van een Russisch-orthodoxe groep gelovigen die zich al in de 17e eeuw heeft afgescheiden van de toenmalige Russisch-orthodoxe kerk vanwege onenigheid over kerkhervormingen. Zij werden door de toenmalige Russisch-orthodoxe kerkleiding tot zogenaamde raskolniki (‘scheurmakers’) verklaard – zeg maar ketters – en vervolgd. Velen vluchtten toen naar de randen van het Russische rijk waardoor ze ook in het oosten van Letland en Estland terechtkwamen. Daar leefden – en leven ze nog steeds – een geïsoleerd bestaan volgens de strenge regels van hun eigen geloof. De meesten zijn nog altijd Russischtalig en trouwen vooral in eigen kring.

Ook wanneer we verder naar het noorden rijden komen we hun gemeenschappen tegen, vooral over de grens met Estland, langs het Peipusmeer, een enorm zoetwatermeer dat de grens vormt tussen Estland en Rusland. De oudgelovigen hier leven vooral van visvangst en uienteelt, en leiden verder een sober bestaan met weinig luxe. Wel zijn ze blij dat ze in het Europese Estland wonen en daarom vrij zijn om hun geloof uit te oefenen. Tegelijkertijd menen ze dat de regering in de hoofdstad Tallinn weinig oog heeft voor hun marginale sociaaleconomische positie. Zo zegt de  eigenaresse van een winkeltje aan de oevers van het Peipusmeer dat de huidige Estse machthebbers meer geld zouden uitgeven aan Oekraine dan aan de Russische ingezetenen in eigen land.

Een dergelijke mening horen we ook meerdere keren terug in de nog noordelijker gelegen stad Narva, dat met een brug over de gelijknamige rivier is verbonden met het Russische stadje Ivangorod. Hier vormen de etnische Russen met zo’n 90% zelfs de absolute meerderheid. De meesten van hen stammen af van Russische migranten die hier na de Tweede Wereldoorlog door de Sovjetautoriteiten naartoe zijn gebracht. Overigens nadat ze eerst de stad volledig hadden platgebombardeerd en de overgebleven etnische Estse bevolking naar elders hadden gedeporteerd. De stad is in de loop van de jaren 50 heropgebouwd in Sovjetstijl en het voelt daarom aan als een doorsnee Russische Sovjetstad.

De voertaal in Narva is op straat nog altijd het Russisch, toch zijn ook hier de teksten in de openbare ruimte uitsluitend in de Estse taal. Volgens student politicologie Konstantin zijn de meeste inwoners tweetalig, maar is de voertaal thuis meestal  Russisch – ook in zijn gezin. Net als in Daugavpils hebben ook hier de meeste inwoners het paspoort van hun nieuwe onafhankelijke thuisland, maar is er nog een kleine minderheid in het bezit van een Russisch of zogenaamd ‘grijs’ paspoort. Dit geeft ook hen het recht zonder visum de grens met Rusland over te steken. Zij vormen een deel van de lange rij wachtenden die dagelijks voor de brug over de Narva naar het Russische Ivangorod staat. Dit is nagenoeg de enige Europese grens met Rusland die nog functioneert en waarvan ook gretig gebruikt wordt gemaakt door reizigers uit andere landen die Rusland willen bezoeken.

Onze Baltische grensreis eindigt in de badplaats Narva-Jõesuu gelegen op de plek waar de rivier de Narva in de Finse Golf stroomt. Feitelijk rijden we vanaf Narva parallel aan de gelijknamige grensrivier die ons scheidt van Rusland. De Russische oevers lijken er vredig bij te liggen. We zien nergens iets wat op een militaire object lijkt, ook niet aan de Estse zijde, behalve dan misschien een handvol communicatiemasten. Narva-Jõesuu zelf blijkt een aimabel badplaatsje te zijn dat duidelijk betere tijden heeft gekend. Het was van oudsher inderdaad een populair kuuroord dat vooral werd bezocht door de rijkere inwoners van Sint Petersburg en omgeving. Maar daaraan is al langere tijd een einde gekomen, het zijn nu vooral mensen uit de regio die hier op vakantie gaan.

We maken ten slotte een laatste wandeling over het strand van de Finse Golf. Rechts zien we weer de grensrivier de Narva. Ook hier wijst niets erop dat dit de grens vormt tussen de NAVO en Rusland, of het moeten de opgestapelde rotsblokken die volgens de lokale mensen gebruikt gaan worden om een nieuwe pier te bouwen. Wanneer we over de Finse Golf zelf turen, zien we in de verte een aantal schepen langzaam voortbewegen. Ook zien we links ver weg in de hoek het silhouet van een havenstadje, dat Sillamäe blijkt te zijn. Wederom overheerst een gevoel van rust en vredigheid, en lijken de internationale spanningen uit de media hier ter plekke ver weg.

Maar dit blijkt toch niet het geval te zijn. De volgende dag lezen wij dat er juist op deze plek een Estse olietanker onterecht is aangehouden door de Russische autoriteiten en deze vervolgens gedwongen voor anker moest gaan. Dit blijkt weer een reactie te zijn op een incident een paar dagen eerder in de Estse wateren. Toen wilde de Estse marine een schip van de Russische schaduwvloot controleren. Dat werkte niet mee en vervolgens stuurde Rusland een gevechtsvliegtuig de lucht in om dit schip te beschermen, waarbij deze het NAVO-luchtruim schond..

Hieronder een korte foto-impressie van deze rondreis door het Baltisch- (Bela) Russisch grensgebied (© Karel Onwijn).

Deze zomer (augustus) geven we bij HOVO Amsterdam een vierdelige cursus over de Baltische kunst & cultuur onder de titel ‘De rijke culturele traditie van Estland, Letland en Litouwen’. Zie voor meer informatie: https://vu.nl/nl/onderwijs/hovo-amsterdam/cursussen-opleidingen/kunst-en-cultuur-in-de-baltische-landen-een-historische-kennismaking-fysiek/inleiding

Impressies uit het Baltisch-(Bela)Russische grensgebied Meer lezen »

Foto-impressies De Russische schaduw over het Balticum

Reizen / Litouwen / Letland / Estland / Balticum / Rusland / HOVO / Labrys

Afgelopen weken maakten we ism HOVO en Labrys Reizen een rondreis langs de drie Baltische hoofdsteden Tallinn, Riga en Vilnius. Naast de prachtige kunst & cultuur hier hadden we vooral ook oog voor de grote gevolgen van de eeuwenlange Russische overheersing van deze regio. De meest recente was de halve eeuw Sovjet-Russische bezetting tweede helft 20e eeuw. Ook nu ervaart de Baltische bevolking weer een toenemende Russische inmenging en dreiging en neemt ze hiertoe de nodige maatregelen.

Bij aankomst in de Estse stad Tallinn zien we overal de Oekraïense vlag wapperen, vaak broederlijk naast de eigen vlag. Estland hoorde tot de eerste Europese landen die Oekraïne wapens leverden, nog voordat de Russen dit land daadwerkelijk binnenvielen op 24 februari 2022. Uit eigen ervaring weet de Estse regering maar al te goed wat een Russische bezetting zou inhouden: de massale moord en onderdrukking van de oorspronkelijke bevolking en de brute russificering van de lokale cultuur.

Estland onderging dit lot in 1940 toen het Sovjet-Russische leger het land binnenviel en annexeerde als gevolg van het in 1939 ondertekende Molotov-Ribbentroppact tussen de Sovjet-Unie en Nazi-Duitsland. Het land kreeg te maken met massa-arrestaties, executies en deportaties, met als eerste dieptepunt 14 juni 1941, toen meer dan 10 duizend Esten in veewagens werden gedeporteerd naar de Siberische Goelag. Een tweede deportatie van zulke proporties had plaats op 25 maart 1949,  toen op dezelfde wijze meer dan 20 duizend Esten richting Siberië werden gedeporteerd. Ook Letland en Litouwen werden op deze data met vergelijkbare massadeportaties geconfronteerd.

Pas sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en de onafhankelijkheid van Estland in 1991 worden deze en andere gevolgen van de halve eeuw Sovjet-Russische bezetting uitgebreid onderzocht, in de openbaarheid gebracht en herdacht in de vorm van herdenkingen, musea en monumenten. Zo hebben wij het indrukwekkende ‘Monument voor de slachtoffers van het communisme’ bezocht, een aantal modern vormgegeven objecten aan de Finse Golf. In één daarvan, een lange openluchttunnel, staan alle namen gegraveerd van de omgekomen slachtoffers van het communisme in Estland. Op een andere serie objecten zien we een reeks Russische regio’s afgebeeld met daarbij de aantallen Esten die daarheen waren gedeporteerd.

In het Sovjetbezettingsmuseum Vabamu in het centrum van Tallinn maken we uitgebreid kennis met individuele lotgevallen uit die periode en de wijze waarop zij hebben geleefd tijdens de Sovjettijd. In het KGB-museum ten slotte horen we hoe ingenieus en meedogenloos de Russische geheime dienst in Estland opereerde en hoe zij halsoverkop vertrokken toen het land in 1991 onafhankelijk werd. Of toch niet helemaal..

Overigens woont er nog steeds een grote Russische minderheid in Estland, die deels in hun eigen gemeenschap leven. Zo bezoeken zij in Tallinn op grote schaal de Russisch-orthodoxe kerkdiensten van hun eigen Aleksandr Nevski-kathedraal, die hoog boven de binnenstad van Tallinn uittorent. Ook verleent de eveneens in het centrum gevestigde Russische ambassade bijstand aan degenen die nog over een Russisch paspoort beschikken. Overigens is dit ambassadegebouw sinds de Russische inval in Oekraïne het middelpunt van anti-Russische bijeenkomsten en tref je daar op grote schaal anti-Russische spandoeken en posters aan.

Ook de Russische ambassade in Riga, de hoofdstad van Letland, is sinds de Oekraïne-oorlog het doelwit van snel toegenomen anti-Russische gevoelens. De straat waaraan deze is gelegen is inmiddels omgedoopt in de ‘Onafhankelijk Oekraïne-straat’. En recht tegenover het ambassadegebouw hangt een meer dan levensgroot spotprent van president Poetin, deels afgebeeld als doodshoofd, gemaakt door de Letse kunstenaar Kriss Salmanis.

Letland heeft vergelijkbaar met Estland onder de Sovjet-Russische bezetting geleden en maakt zich eveneens sinds de Russische inval in Oekraïne grote zorgen over zijn staatsveiligheid. Langs de gemeenschappelijke grens met Rusland is inmiddels een hoog hek verschenen en auto’s met een Russisch kenteken mogen de grens niet meer over. Net als in Estland woont er ook in Letland een grote Russische minderheid. Terwijl ook hier de jongere generaties steeds meer in de samenleving integreren, vind je onder de oudere generaties ook nog mensen die zich uitsluitend in hun eigen Russische gemeenschap bewegen. Meer dan in Tallinn hoor je in Riga nog volop de Russische taal op straat en zijn de Russisch-orthodoxe kerken die we bezoeken nog vol met Russische kerkgangers te zijn.

Net als in Estland zijn ook in Letland sinds de onafhankelijkheid veel musea en monumenten verschenen die gewijd zijn aan de gevolgen van de Sovjetbezetting van het land. Naast het ‘Museum van de Bezetting’ maakt vooral het ‘Herdenkingsmonument voor de Slachtoffers van de Communistische Terreur’ bij het treinstation Tornakalns veel indruk. Deze is gewijd aan de inwoners van Letland die hier in juni 1941 en in maart 1949 zijn gedeporteerd naar Siberië – in Letland betrof dit bij elkaar meer dan 60 duizend mensen! Het monument bestaat uit vijf stenen figuren, die verwoeste familiehaarden en drie verbannen generaties symboliseren. Daarnaast is er een goederenwagon en een gedenkteken voor de gedeporteerden bij het stationsgebouw.

Ook Litouwen heeft zwaar geleden onder de Sovjet-Russische bezetting. De ultieme plek om de desastreuze gevolgen hiervan te begrijpen, is het Genocide Museum, gevestigd in de voormalige KGB-gevangenis in de Litouwse hoofdstad Vilnius. We worden hier geconfronteerd met de meedogenloze behandeling van de bevolking door de Sovjet-Russische bezetters, vooral degenen die zich niet vrijwillig onderwierpen. Op deze plek blijken niet alleen grote aantal Litouwers gevangen hebben gezeten en gemarteld te zijn, maar er is ook een speciale plek waar ze werden geëxecuteerd. Uit de uitgebreide informatieborden in het grotendeels ondergronds bevindende museum blijkt dat nog tot aan de onafhankelijkheid van Litouwen in 1991 hier mensen gevangen zaten. De historicus die ons rondleidt, vertelt ons ook dat de daders nooit zijn veroordeeld en dat hij zelfs nu nog voormalige KGB-medewerkers op straat tegenkomt..  

Nog meer dan in Tallinn en Riga geeft de bevolking in Vilnius openlijk blijk van solidariteit met Oekraïne. Naast het overal vertonen van Oekraïense vlaggen spreken ze ook via grote posters en plakkaten hun steun uit aan de Oekraïense bevolking en hekelen ze de Russen nadrukkelijk als ‘moordenaars’. Ook komen we in Vilnius veel Wit-Russische vlaggen tegen. In het aan Belarus grenzende Litouwen wonen namelijk veel Wit-Russische vluchtelingen die op grote solidariteit kunnen rekenen in Litouwen, mede vanwege eeuwenoude historische banden.

Rijdend door Litouwen komen we meer dan in Letland en Estland op grote schaal militair materieel tegen uit andere NAVO-landen. Het land is namelijk het centrum van de permanente NAVO-troepenmacht in de Baltische landen waarvan ook Nederlandse militairen onderdeel uitmaken. De Nederlands militaire attache voor de Baltische landen is eveneens gevestigd in de Litouwse hoofdstad gevestigd. Samen met de Nederlandse ambassadeur vertelt hij ons over het grote belang van militaire steun aan Litouwen – en aan Letland en Estland – ter afschrikking van de aanwezige Russische dreiging. Maar de Litouwers zelf hebben ook al hun voorzorgsmaatregelen genomen: ze zijn in hun vrije tijd massaal actief in vrijwilligerslegers. Net als de Esten en de Letten weten zij namelijk maar al te goed dat zij in de schaduw van een imperiale macht leven die historisch gezien maar weinig waarde hecht aan eerder zelf gemaakte internationale afspraken over landsgrenzen..

Hieronder een zelf geschoten korte foto-impressie van deze rondreis door de Baltische hoofdsteden (© Karel Onwijn).

In maart en april 2025 geven we onder de titel ‘Het Baltische Wonder’ een 7-delige cursus over de historische en actuele ontwikkelingen in Litouwen, Letland en Estland bij HOVO Utrecht, zie voor meer informatie: https://www.hovoutrecht.nl/cursus/het-baltische-wonder/

Foto-impressies De Russische schaduw over het Balticum Meer lezen »

Foto’s & reisimpressies uit Armenië en Georgië

Reizen / Armenië / Georgië / Kaukasus / HOVO / Labrys

Afgelopen weken had ik het voorrecht om ism HOVO en Labrys Reizen een reis te begeleiden door de twee oudste christelijke staten van de wereld: Armenië en Georgië, gelegen in de Zuidelijke Kaukasus.

Tot 1991 maakten ze nog deel uit van de Sovjet-Unie en sindsdien ondergaan ze een ware metamorfose waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor de respectievelijke Armeens-Apostolische en Georgisch-orthodoxe kerk. De wereldlijke autoriteiten geven ieder op eigen wijze vorm aan hun onafhankelijkheid. Daarbij valt op dat Armenië steeds openlijker streeft naar goede banden met het Westen, terwijl Georgië zich juist weer meer op het oosten lijkt te gaan richten.

Het in stalinistische stijl vormgegeven Centraal Station van de Armeense hoofdstad Jerevan ligt er verlaten bij. Naast een handvol lokale treinen rijdt er slechts één internationale trein – die naar de Georgische hoofdstad Tbilisi. Sinds de onafhankelijk van Armenië in 1991 is het spoorwegnet van het land slechts beperkt toegankelijk, omdat veel lijnen over Azerbeidzjaans grondgebied lopen en door oorlog ontoegankelijk zijn geworden. Deze oorlog met Azerbeidzjan om de enclave Nagorno Karabach heeft sinds eind jaren ‘80 gewoed en heeft er voor gezorgd dat de grenzen met dit buurland potdicht zitten- net als die met het andere buurland Turkije. Er is in het zuiden nog wel een 35 km lange open grens met Iran, maar daar ligt geen spoorwegverbinding.

Mede door eerdere Russische steun tegen de Azerbeidzjaanse vijand onderhield Armenië nog tot voorkort relatief goede betrekkingen met Moskou. Zo bewaken Russische soldaten nu nog altijd de grenzen met Iran en Turkije en was de Russische taal ondanks de onafhankelijkheid nog lange tijd een belangrijke taal in het openbare leven. Maar sinds de twee recente oorlogen met Azerbeidzjan om Nagorno Karabach is er een abrupt einde gekomen aan de goede relaties met Rusland. Door deze oorlogen is de Armeense enclave geheel in handen van de Azeri’s gekomen en moest de Armeense bevolking daar – 120.000 inwoners – halsoverkop vertrokken terwijl de Russen werkloos toekeken. De Armeniërs voelen zich daarom verraden door Rusland en de Armeense regering zet actieve stappen om de banden met de EU en de NAVO te versterken ten nadele van die met Rusland. Een belangrijke schakel zijn de pogingen om de grens met Turkije te openen wat een enorme economisch boost zou geven aan het Armeense handelsverkeer met Turkije en het Westen.

Meer dan bij eerdere bezoeken zie ik in Jerevan en omgeving de Europese vlag wapperen. De meeste mensen die ik spreek tonen zich enthousiast over de pogingen van premier Nikol Pasjinjan om de grens met Turkije te openen – hierdoor zou ook  eindelijk de heilige berg Ararat rechtstreeks vanuit Jerevan bezocht kunnen worden. Zelfs wanneer Turkije niet in ruil hiervoor de genocide op het Armeense volk in 1915 officieel zal erkennen.. Ook zie ik nog nauwelijks Russischtalige teksten in het straatbeeld en Armenen willen minder dan voorheen met mij in de Russische taal converseren. Daarnaast is het opvallend hoe groot hun haat is jegens de Russen: bijna iedereen zegt mij dat het onbetrouwbare bondgenoten zijn waarmee zo snel mogelijk en definitief moet worden gebroken.

Wat mij verder opvalt is dat de Armeniërs meer dan bij mijn eerdere bezoeken enorm hun best doen hun buitenlandse bezoekers te behagen. Ook liggen op het platteland de kleine landgoederen, horecagelegenheden en wijngaarden er beduidend beter verzorgd bij dan een aantal jaren terug. De tweede stad van het land – Gjoemri, in het noordwesten – heeft zelfs een ware metamorfose ondergaan: de tot voorkort vervallen binnenstad is in mooie 19e eeuwse stijl opgeknapt en kent inmiddels meerdere gezellige wandelboulevards. Deze zijn vooralsnog nauwelijks ontdekt door door buitenlandse toeristen en ademen mede daardoor een authentieke lokale atmosfeer.

Eenmaal de grens over met Georgië is de sfeer heel anders. Als eerste is het hier veel drukker op de wegen en ook bij de bezienswaardigheden, met opvallend veel toeristen uit Midden-Oosten – ihb het Arabische schiereiland. De toch al luidruchtigere Georgiërs denken deze massale toeristenstroom het extra naar de zin te moeten maken met hoge volume gedraaide westerse popmuziek wat een ontnuchterend effect geeft.

Vooral langs de Georgian Military Highway – de verbindingsweg tussen de hoofdstad Tbilisi en de Russische grens nabij de hoge berg Kazbeg – is het een drukte van jewelste geworden, en niet alleen vanwege de toeristen. Er banen zich namelijk ook kilometerslange rijen vrachtwagens hun weg richting Rusland – waaronder ook opvallend veel vrachtwagens uit Armenië, Turkije en Centraal-Aziatische landen als Kazachstan, Kirgizië en Oezbekistan. Dit is immers een van de weinige Europese grensovergangen naar Rusland die niet op slot zit: en de Georgische regering steunt niet de westerse sancties tegen dat land. Deze grensovergang lijkt een sluiproute te zijn geworden voor goederen die op de westerse sanctielijsten staan..

De Georgische regering is sowieso steeds minder geneigd haar oren naar het westen te laten hangen. Zo heeft ze recent meerdere wetten aangenomen gericht tegen de rechten van ngo’s en de LGBTQ gemeenschap. Deze lijken te zijn gekopieerd van Rusland, maar hierin is vooral ook de hand te zien van de Georgisch-Orthodoxe kerk die het moderne Westen als een gevaar ziet voor haar conservatieve waarden en normen. Overigens kom ik weinig Georgiërs tegen die voorstander zijn van deze wetten. Volgens hen zijn deze vooral bedoeld om de huidige coalitie Georgische Dream extra middelen te geven om aan de macht te blijven na de verkiezingen volgende maand. In de huidige peilingen staan ze op verlies, maar volgens meerdere mensen die ik sprak zullen ze alle mogelijke middelen gebruiken deze verkiezingen te manipuleren. Daarbij schilderen de huidige machthebbers de (westerse) oppositie steeds vaker af als een gevaar voor de traditionele Georgische waarden en dus van een gebrek aan vaderlandslievendheid.

Vooral de jongeren die ik spreek moeten weinig hebben van de huidige machthebbers en verdenken hen van heimelijke samenwerking met de Russen. Zij zijn het ook die vooral in de hoofdstad Tbilisi overal anti-Russische leuzen hebben aangebracht. Zij tonen zich ook niet blij met de grote influx aan Russische vluchtelingen die volgens hen vooral in Georgië verblijven omdat ze niet in het Russische leger willen vechten en dus niet omdat ze nou zo tegen Poetins bewind zijn. Inmiddels neemt het aantal Russen in Georgië weer af, ze voelen zich er minder welkom en thuis dan ze hadden verwacht. Een van de Georgiërs vertrouwt me toe dat de Russen maar al te goed weten dat ze zich in hun land ‘koest moeten houden’ omdat ze anders ‘getrakteerd zullen worden op een flinke aframmeling’.

Maar de natuur van Georgië blijft onveranderd mooi. Hooggebergten en lavaplateaus wisselen elkaar af met uitgestrekte wijngaarden en eeuwenoude kerken en kloosters. Het platteland blijft dunbevolkt en je kunt er prachtige bos-en bergwandelingen maken in een adembenemende omgeving. Ondanks het toegenomen toerisme zijn er in deze dunbevolkte regio’s nog voldoende gebieden waar je nog nauwelijks iemand tegenkomt. En de gastvrijheid was, is en blijft hoog in het vaandel staan, wat net zo voor de Armeniërs geldt. Voor je het weet ben je in deze landen uitgenodigd aan de dis en ontdek je dat Georgiërs en Armeniërs hele goede koks zijn en de heerlijkste wijnen maken die ze maar al te graag samen met jou opdrinken, al toastend op vrede en eeuwige vriendschap…

=============================================================== 

Hieronder een zelf geschoten korte foto-impressie van rondreis door Armenië en Georgië (© Karel Onwijn).

In november en december geven we onder de titel ‘Op kunst- & architectuurreis door Eurazië’ een cursus over kunst & architectuur in de voormalige Sovjetrepublieken, waarbij er extra veel aandacht zal zijn voor schilderkunst & kerkarchitectuur in Armenië en Georgië, zie voor meer informatie: https://www.hovoutrecht.nl/cursus/op-kunst-architectuurreis-door-eurazie/

Foto’s & reisimpressies uit Armenië en Georgië Meer lezen »

Foto-impressie ontdekkingsreis Kazachstan en Kirgizië

Afgelopen weken had ik het voorrecht om ism HOVO en Labrys Reizen een reis te begeleiden door de Centraal-Aziatische landen Kazachstan en Kirgizië. Tot 1991 maakten ze deel uit van de Sovjet-Unie en sindsdien geven ze ieder op eigen wijze vorm aan hun onafhankelijkheid. Daarbij valt op dat er in beide landen ruim baan is voor de heropleving van oude tradities uit het pre-Russische tijdperk.

Het Centrale Staatsmuseum van Kazachstan in de voormalige Kazachse hoofdstad Almaty is bij uitstek het startpunt kennis te maken met de recente geschiedenis van Kazachstan. Sinds de onafhankelijkheid is het leidende narratief hier ingrijpend aangepast. Niet meer de Sovjet-Russische modernisering van het land staat centraal, maar de periode van het Kazachse Khanaat en zijn tradities, toen de Kazachen nog een nomadenbestaan leidden en in joerts woonden.

Wat betreft de Sovjet-Russische tijd maakt vooral de kaart met daarop de grootschalige immigratiegolven van niet-etnische Kazachen naar Kazachstan grote indruk. Deze zorgden ervoor dat er bij de start van de onafhankelijkheid in 1991 net zoveel Russen als Kazachen in het land woonden. Hoewel de Kazachen inmiddels een absolute meerderheid in eigen land vormen, is de voertaal in Almaty, de economische hoofdstad van het land, nog altijd het Russisch. Ook zijn de uithangborden en straatnamen nog nagenoeg allen tweetalig: in het (cyrillische) Kazachs en in het Russisch. Daarnaast staan er veel mooi gerestaureerde Russisch-orthodoxe kerken waar ik tijdens de middagdienst de nodige (Russische) kerkgangers aantref.

Ook qua architectuur is de eeuwenlange Russische invloed nog altijd terug te vinden: lange brede boulevards met grote gebouwen in typisch socialistisch-realistische bouwstijl. Tegelijkertijd valt het grote aandeel nieuwe Japanse auto’s in het verkeer op, als ook de nodige elektrisch aangedreven voertuigen inclusief stadsteps in alle soorten en maten. En bijna op elke hoek van de straat vind je typisch Centraal-Aziatische restaurantjes met lokale gerechten, vaak luisterend naar de naam tsjajnaja (theehuis). Bovendien vind ik op de grote ruim voorziene bazaar nagenoeg uitsluitend lokale kooplieden die hier hun goed uitziende koopwaar aanbieden, uiteenlopend van fruit en kruiden tot allerlei soorten vlees, in het bijzonder van paarden. Ook kom je nergens meer openbaar dronkenschap tegen en gaan de mensen in het verkeer uiterst respectvol met elkaar om.

Wanneer we Almaty verlaten om het Kazachse achterland te verkennen, zien we de nodige nieuw gebouwde kleine moskeeën. Maar de mensen die we onderweg spreken, blijken lang niet altijd het vrijdagmiddaggebed te bezoeken. Ook dragen veel vrouwen geen hoofddoekje. Een van hen vertelt me dat het land van oudsher een lichte versie van de (soennitische) islam belijdt, met de nodige ruimte voor sjamanistische elementen. Wat ook opvalt op het platteland is dat men vaker uitsluitend Kazachs spreekt en men zich een voorstander toont van het schrijven van het Kazachs in het Latijnse schrift, zoals dat ook volgend jaar officieel door de autoriteiten zal worden ingevoerd. Maar vooral de oudere generatie is hier niet blij mee: men heeft immers hun hele leven de Kazachse taal in het cyrillisch schrift gelezen en geschreven.

Inmiddels naderen we de grens met het zuidelijk gelegen buurland Kirgizië. Terwijl het landschap ruwer wordt, neemt vooral het aantal paardenkudden snel toe. Soms lopen ze met honderden tegelijkertijd rond en laven ze zich groepsgewijs aan het water uit de her en der verspreide riviertjes en meertjes. Ook zien we zo nu en dan een joert aan de horizon, maar dit zal pas echt toenemen wanneer we de grens met Kirgizië zijn over gegaan.

Veel meer dan in Kazachstan is in Kirgizië namelijk de precommunistische traditie van het nomadenbestaan weer opgepakt. Dit land heeft minder lang een Russische annexatie gekend dan Kazachstan waardoor het gemakkelijker bleek deze traditie na de onafhankelijkheid weer op te pakken. In de praktijk betekent dit vooralsnog vooral een nomadisch levensstijl in de zomertijd. Herders verzamelen dan schapen, koeien, jaks en paarden bij de kleinschalige boeren in de dorpen en nemen deze mee naar de hoger gelegen graslanden waar ze tot de inval van de winter verblijven. Ze overnachten in joerts en leven van de verkoop van de melk van deze beesten.

Het is ook vooral in Kirgizië waar je de opleving ziet van eeuwenoude nomadische tradities als Kok-boru en de jacht met behulp van adelaars. Tijdens een Kok-boru zagen we hoe acrobatische ruiters op snelle paarden vochten om het karkas van een geit te bemachtigen. Het winnen van zo’n wedstrijd bleek behalve een grote eer ook een kostbare prijs op te leveren, namelijk een luxe paard. Ook zagen we hoe Kirgiziërs adelaars inzetten bij hun jacht op onder meer konijnen, vossen en wolven. Deze roofvogels worden op zeer jonge leeftijd uit het ouderlijk nest gehaald en feitelijk opgevoed door de jager aan wie zij dan 100% loyaal geraken. Vaak in combinatie met een aantal taigans (Kirgizische hondenras) blijken ze zeer effectief te zijn bij hun jacht op de vele wilde dieren die het land kent.

Nog beter dan de Kazachen blijken Kirgiziërs erin zijn geslaagd een effectieve kleinschalige economie op te bouwen inclusief een goed lopende toeristische sector. Ondanks dat dit land een stuk armer is dan Kazachstan kent dit al jaren een aanhoudende stroom (wandel)toeristen uit het Westen voor wie zij een netwerk van zeer service-gerichte voorzieningen heeft ontwikkeld. Daarbij valt op dat vooral vrouwen zich tot kleine succesvolle ondernemers hebben ontpopt. Overigens blijkt in Kirgizië de invloed van de islam op het dagelijks leven vooralsnog beperkt te zijn. Bovendien kent het land sinds de onafhankelijkheid een veel grotere democratisering dan de andere Centraal-Aziatische landen waardoor er minder angst bestaat onder de bevolking om te ondernemen en samen te werken met partners uit het Westen.

Overigens is er eerder dit jaar in Kirgizië wel een wet aangenomen die het aandeel westerse financiering van plaatselijke ngo’s beperkt tot 20%, een vergelijkbare wet is onlangs ook in Georgië aangenomen. Vooralsnog is niet duidelijk wat de effecten van deze wet zullen zijn. Volgens een door ons bezochte ngo maakt men zich hierover nog niet al te veel zorgen. Net als Kazachstan lijkt Kirgizië vooral veel waarde te hechten aan de neutrale politieke status, en wil het naast goede relaties met buurlanden Rusland en China ook met het Westen op goede voet blijven staan. Tijdens onze rondreis zijn we inderdaad overal met open armen ontvangen. De vele lokale inwoners die we hebben gesprekken waren opvallend open minded en nergens zijn we op maar een greintje wantrouwen gestuit.

Hieronder een zelf geschoten korte foto-impressie van rondreis door Kazachstan en Kirgizië:

In november en december geven we onder de titel ‘De vijf ‘stans’: een cultuurhistorische verkenning van Centraal-Azië’ een cursus over de cultuur historische en actuele ontwikkelingen in de vijf Centraal-Aziatische landen Kazachstan, Kirgizië, Tadzjikistan, Oezbekistan en Turkmenistan, zie voor meer informatie:

Foto-impressie ontdekkingsreis Kazachstan en Kirgizië Meer lezen »

Foto-impressie “De Europese stemming in de Georgische hoofdstad Tbilisi”

Tijdens de jaarwisseling verbleef ik twee weken in de Georgische hoofdstad Tbilisi. Ik had daar het voorrecht door een groot aantal Georgiërs thuis te worden ontvangen en veel gesprekken met hen te kunnen voeren. Daarnaast heb ik veel door de stad gebanjerd en heb ook mensen in de regio bezocht. Hierbij een kleine impressie.

Een wandeling door nachtelijk Tbilisi voelt als een duik in een grote lichtzee. De opvallend felle blauw-geelkleurige verlichting – de kleuren van de Europese vlag – verwijzen nadrukkelijk naar de recente toekenning aan Georgië van de status van kandidaat-lidstaat van de EU. Dit heeft tot een enorme Europamania geleid onder de bevolking. Zelfs de nieuwjaarsboom op het centrale stadsplein wordt begeleid met de lichtgevende tekst ‘European city’. En het traditionele nieuwjaarsfestival in hartje centrum startte met de 9e symphonie van Beethoven, oftewel het Europese volkslied.

Inderdaad zijn de meeste mensen die ik spreek positief over de EU-statustoekenning en geloven heilig in een Europese toekomst voor Georgië. ,,Wij zijn al decennia bezig met de invoering van pro-Europese maatregelen”, vertelt Irakli mij. ,,Wij leren op school Engels als belangrijkste buitenlandse taal en de Europese geschiedenis, onze waarden en normen liggen daar en niet in Rusland.’’

,,Wij behoren al millennia lang bij Europa”, zegt Otari. Hij verwijst daarbij naar de klassieke oudheid toen de Grieken de Georgische kust bevolkten en Georgië een integraal onderdeel zou zijn geweest van het oude Griekenland. ,,Iedereen weet dat het mythologische verhaal Het Gulden vlies zich deels in Georgië afspeelde en Medea een Georgische prinses was.”

Zeker is het feit dat Georgië van oudsher een multinationaal land is waar altijd vele volkeren in harmonie samenleefden. Georgiërs geven inderdaad graag hoog op van hun gastvrijheid, ook jegens niet-Georgiërs. Ook nu wonen er in het land naast Georgiërs ook een redelijk grote Armeense en Azerische minderheid. En sinds de Russische inval in Oekraïne is het aantal Russische en Oekraïense ingezetenen snel toegenomen. Zo zie je op straat veel auto’s met Russische kentekens rijden, zie je overal Oekraïense vlaggen hangen en hebben recent de nodige Oekraïense restaurants hun deuren geopend.

Maar ook kom ik overal in de stad anti-Russische slogans tegen, en menig uitgaansgelegenheid kom je alleen binnen als je je publiekelijk tegen Poetin uitspreekt. In een nachtclub in het centrum krijg je als bezoeker zelfs een Russischtalige tekst op je pols gestempeld met de slogan “Poetin – choejlo!” (P is een l*l).

,,Wij hebben er geen bezwaar tegen dat Russische pacifisten en dissidenten zich hier vestigen”, vertelt Nino. ,,Maar er zijn ook veel Russen die hier uitsluitend komen om hun geld veilig te stellen door dit massaal in ons onroerend goed te beleggen. En vervolgens gedragen ze zich hier alsof dit hun eigen land is waar zij de lakens uitdelen en zich arrogant mogen opstellen jegens ons, de Georgiërs. Maar daar zijn wij niet van gediend!’

Ook anderen vertellen mij dergelijke verhalen, duidelijk is dat de Georgische gastvrijheid hier een grens heeft bereikt. Dit verklaart ook mede waarom zoveel Georgiërs die ik spreek nadrukkelijk tegen hun eigen regering zijn. Deze voert een opvallend Ruslandvriendelijk-beleid. Zo zijn er geen sancties tegen Rusland – de winkelschappen liggen vol met Russische producten – en kan men rechtstreeks op Rusland vliegen – al op het vliegveld kwam ik veel Russische toeristen tegen, niet zelden uit het verre Siberië.

Georgië is inderdaad een paradijs voor Russische bezoekers. Er heerst nog steeds een zekere mate van tolerantie jegens hen en een groot deel van de (oudere) Georgiërs spreekt nog altijd Russisch. Ook herkennen ze veel gewoontes en tradities uit hun gemeenschappelijke Russisch-Georgische verleden, uiteenlopend van het reizen per metro (een kopie van die in Moskou) en een bezoekje aan de Georgisch-orthodoxe kerk (vergelijkbare rituelen) tot het eten van heerlijke Georgische gerechten in de restaurants. Deze behoren immers van oudsher ook tot de meest favoriete in de Russische keuken, denk bijvoorbeeld aan chatsjapoeri (warm brood met gesmolten Georgische kaas) en chinkali (dumplings met gekruid vlees).

Zelf had ik de luxe deze heerlijke gerechten regelmatig aan een lange dis bij uiteenlopende Georgiërs thuis te krijgen aangeboden, uiteraard gepaard gaand met de nodige vaak zelfgemaakte wijn. Ondanks de omarming van Europese waarden ging het er tijdens zo’n maaltijd meestal toch nog erg klassiek aan toe. De vrouw des huizes met haar moeder en andere dames stonden in de keuken te koken, de mannen en (ook vrouwelijke) gasten zaten aan tafel de lekkernijen te verorberen. Daarbij was het de man des huizes die om de zoveel minuten een toast uitbracht op vriendschap, liefde en de vrouw, echter nadat hij vaak uitsluitend de mannen weer had bijgeschonken.

Maar feit is dat de familiebanden in Georgië warm en sterk zijn: voor je familie doe je alles. Er werd daarom veel getoast op de familieleden die noodgedwongen in het buitenland verblijven om er te werken. De boodschap die men daarbij uitsprak was dat zij allemaal weer naar huis zouden terugkeren zodra Georgië definitief zou zijn toegetreden tot de EU, want dan eindelijk de vruchten zou plukken van zijn millenniumlange band met Europa, zich vertalend in veel banen, voorspoed en veiligheid.

Hieronder een zelf geschoten korte foto-impressie van mijn verblijf in Tbilisi (© Karel Onwijn).

In maart en april geven we onder de titel ‘Op ontdekkingstocht in de Zuidelijke Kaukasus’ een cursus over de cultuur historische en actuele ontwikkelingen in Georgië (en Armenië en Azerbeidzjan), zie voor meer informatie:

Foto-impressie “De Europese stemming in de Georgische hoofdstad Tbilisi” Meer lezen »

Foto-impressie ontdekkingsreis Baltische westkust

Afgelopen weken maakten we ism HOVO en Labrys Reizen een ontdekkingsreis langs de westkust van de Baltische landen Litouwen, Letland en Estland. Naast prachtige natuur en authentieke Baltische cultuuruitingen hadden we vooral ook oog voor de vele sporen die 50 jaar Sovjet-Russische bezetting hier heeft achtergelaten.

De Baltische landen waren een halve eeuw een integraal onderdeel van de Sovjet-Unie en vormden in de Koude Oorlog de meest westelijke frontlinie met het Vrije Westen. De westkust was daarom door de Russen zwaar gemilitariseerd en slechts beperkt toegankelijk voor de lokale bewoners – zij waren zelfs deels naar elders gedeporteerd. In hun plaats arriveerde er op grote schaal (vooral Russisch) militair personeel uit andere delen van de Sovjet-Unie. Zij hielden zich in het diepste geheim bezig met de bouw, ontwikkeling en bediening van vele militaire installaties, uiteenlopend van uitgebreide marinehavens en ondergrondse bunkers tot nucleaire raketlanceerinstallaties en kolossale afluistertelescopen.

Door het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en de plotselinge onafhankelijkheid van Litouwen, Letland en Estland vertrok in de loop van de jaren 90 al het militair personeel uit deze kustregio naar Rusland; dit betrof vele tienduizenden mensen. Hoewel zij bij hun vertrek het nodige meenamen en sloopten, zijn er nog altijd veel sporen van hun langdurige verblijf terug te vinden. Deels is dit door de nieuwe autoriteiten omgezet in toegankelijk gemaakte musea ter herinnering aan de Koude Oorlog. Maar er vallen nog genoeg onaangetaste authentieke sporen uit die tijd terug te vinden, zoals vervallen legertrainingsplaatsen, ondergrondse bunkers, leegstaande flatgebouwen etc.

Wij startten onze reis in Zuid-Litouwen op de prachtige Koerse Schoorwal – een 50 km lang maagdelijk schiereiland dat grenst aan de Russische exclave Kaliningrad waarmee de grens uiteraard potdicht bleek te zitten. Wel zagen we in de verte de nodige Russische (militaire) uitkijkposten. Via de grootste Litouwse havenstad Kleipeda – van waar de Russische bezetters in de jaren 90 massaal zijn weggetrokken – reden we naar het dichtbeboste Zemaitijos Nationaal park alwaar we in Plokštinė de voormalige geheime nucleaire basis voor Sovjet-ballistische middellangeafstandsraketten bezochten. In 27 meter diepe schachten stonden hier jarenlang vier SS-4-missiles met nucleaire lading gericht op doelen in West-Europa.

Noordoostelijk hiervan ligt de Letse havenstad Liepāja, waar ten tijde van de Koude Oorlog in de gesloten Russische enclave Karosta een belangrijk deel van de Sovjet-Baltische Vloot lag. Deze omvatte naast 140 oorlogsschepen ook 30 atoomonderzeeërs. Het kende een geheel eigen infrastructuur dat rechtstreeks onder controle van Moskou stond. We bezochten hier onder meer de militaire Sovjet-gevangenis en maakten kennis met de wel heel specifieke mores hier, die weinig aantrekkelijk waren.

Verder naar het noorden kwamen we onderweg de nodige vervallen spookwijken tegen met leegstaande flats incl kapotte ruiten waar vroeger 10-duizenden Russische militairen woonden. Zij werkten bijvoorbeeld ook bij de voormalige Sovjet-radioastronomie-installatie Zvezda nabij de havenstad Ventspils. De belangrijkste opdracht hier was het onderscheppen van signalen van buitenlandse satellieten en militaire bases, en het volgen van buitenlandse satellieten. Hiervoor waren maar liefst vier flinke radiotelescopen in gebruik! Nu ligt een deel ervan vervallen bij, maar de Letse Academie van Wetenschappen heeft in ieder geval éėn radiotelescoop gemoderniseerd en in gebruik genomen als observatorium voor wetenschappelijke doeleinden.

Het nog noordelijker en prachtig gelegen Kolka-schiereiland – de grens tussen de Baltische Zee en de Golf van Riga – was in de Russische tijd eveneens een gesloten gebied waar op grote schaal Sovjetmilitairen waren ondergebracht om de kust te beschermen tegen vermeende buitenlandse invallen. In die periode was hier overal op grote schaal prikkeldraad aangebracht en hielden gewapende soldaten scherp de wacht. De lokale populatie was zelfs deels gedeporteerd naar elders. Het enige voordeel van deze jarenlange isolatie is dat de natuur zich hier vrij heeft kunnen ontwikkelen, we hebben er prachtige wandelingen gemaakt met een plaatselijke biologe die ons ook kon vertellen hoe het hier tijdens de Sovjetbezetting was.

Verder noordelijk in Letland – in Ligatne net boven Riga – bevindt zich weer een kolossale geheime nucleaire schuilkelder. Hier zou de Letse communistische partijelite zich tijdens de Koude Oorlog verbergen in geval van een buitenlandse kernaanval. Het is gelegen onder een voormalig Sovjethotelletje dat diende als cover up. We maakten hier uitgebreid kennis met de Sovjet-Russische wijze van denken over oorlogsdreiging en -voorbereiding, en met de sterke hiërarchische communicatie: overal zagen rode telefoons die directe hotlines met het Kremlin bleken te zijn.

Ook nu woont er nog altijd een Russische minderheid in de Baltische landen die de belangrijkste bezoekers zijn van de nog overal aanwezige Russisch-orthodoxe kerken. Tijdens onze eerste stopplaats in Zuid-Estland – de badplaats Parnü – namen we deel aan een dienst in zo’n kerk, die zich gekenmerkt door uiterst strenge regels. Deze kerk bleek bovendien rechtstreeks onder het Moskouse patriarchaat te vallen en dus een pro-Russisch standpunt te onderschrijven ten aanzien van de oorlog in Oekraïne. Gelukkig waren het aantal kerkgangers hier op één hand te tellen.

Toen we vervolgens op het tegenover Parnü gelegen eiland Saarema een kerkdienst meemaakten bij de Ests-orthodoxe kerk, was het veel drukker en de sfeer tegelijkertijd veel ontspannender. Er waren weinig strenge regels en we konden ook veel gemakkelijker een praatje maken met de verschillende geestelijken.

Op het nabij gelegen eiland Hiiumaa waren we zelfs getuige van een dienst onder leiding van patriarch Bartholomeus I van het Oecumenisch patriarchaat van Constantinopel, waaronder wereldwijd 300 miljoen orthodoxe gelovigen vallen. De patriarch was speciaal uit Istanbul overgekomen om te herdenken dat het dit jaar precies 100 jaar geleden is dat de Estse orthodoxe kerk zich van Moskou afscheidde en zich aansloot bij de orthodoxe oecumene. De liturgie was in het Grieks en Ests.

Vooral op dit eiland zagen we nog veel sporen terug van de vroegere Sovjet-Russische kustverdediging van weleer, inclusief uitgebreide ondergrondse bunkers. En in een lokaal museum zagen we het nodige lesmateriaal voor Sovjet-Russische soldaten, bijvoorbeeld over hoe zij de kust moesten bewaken en moesten marcheren. Ook Hiiumaa en Saarema waren tijdens de Sovjet-Russische tijd lastig te bezoeken zonder speciale toestemming van de autoriteiten en zelfs de plaatselijk bevolking kon slechts beperkt in de zee zwemmen, alles werd strikt gecontroleerd. Maar de oudere bevolking vertelde ons vol trots dat ze toch manieren vonden om deze verboden te omzeilen.

Gezien hun jarenlange ervaring met Russische bezetters is het dus niet verbazingwekkend dat de bevolking van de Baltische landen zich meteen na de Russische inval in Oekraïne massaal solidair verklaarden met Oekraïense bevolking en ook al direct wapens ging sturen. Je ziet in deze landen ook overal massale uitingen van solidariteit met de Oekraïners en veel anti-Russische slogans. Het ultieme hoogtepunt hiervan zagen we in onze laatste bestemming, de Estse hoofdstad Tallinn. Daar was de in het stadscentrum gelegen Russische ambassade geheel gebarricadeerd met plakkaten met daarop solidariteitsbetuigingen met Oekraïne en anti-Russische leuzen. Als geen anderen weten de inwoners van Litouwen, Letland en Estland immers hoe het is om geannexeerd en gerussificeerd te worden.

Hieronder een zelf geschoten korte foto-impressie van deze reis langs de West-Baltische kust (© Karel Onwijn).

In november en december geven we onder de titel ‘Het Baltische Wonder’ een cursus over de historische en actuele ontwikkelingen in Litouwen, Letland en Estland:

Foto-impressie ontdekkingsreis Baltische westkust Meer lezen »

Foto-impressie Oost-Georgische ontdekkingsreis

Deze zomer maakte het Zesde Continent ism HOVO en Labrys een ontdekkingsreis door het afgelegen uiterste noordoosten van Georgië. In het Nationaal Park Vasjlovani trokken we door de spectaculaire Adelaarskloof naar het meer dan 1000 jaar oude Khornabuji-fort. Vervolgens verplaatsten we ons naar de prachtige bossen in het Nationaal Park Lagodeghi, grenzend aan de Russische deelrepubliek Dagestan. In het oosten grenst dit aan Azerbeidzjan langs de grensrivier Matsimis Tskali. Hier troffen op we grote hoogte de ruïnes aan van het 8e eeuwse Machi-fort met een prachtig uitzicht op Azerbeidzjaans grondgebied. Daarna reden we door naar de Pankisi-Vallei dat wordt bewoond door Kisten. Deze moslimbevolking is nauw gelieerd aan de Tsjetsjenen die aan de andere kant van de Hoge Kaukasus  in Rusland wonen. Menig inwoner van de Pankisi-Vallei bleek eerder in Tsjetsjenië te hebben gewoond, sommigen hebben er zelfs  gevochten tegen de Russen. Je vindt hiervan nog enige sporen terug in het lokale museum. Verrassend was ons bezoek aan de lokale brouwerij die uitsluitend alcoholvrij bier produceert dat heerlijk smaakte. De gastvrouw bleek ook nog een paddenstoelenkwekerij te runnen dat volgens haar veel meer opbrengt dan het bier. Achter de Pankisi ligt de Hoge Kaukasus en daar bezochten we de hooggelegen streek Toesjetie. Deze is uitsluitend bereikbaar via de 2900 meter Albano-pas die paar maar een paar maanden per jaar sneeuwvrij is: met recht een ongerept maar ook spectaculair gebied met de nodig Middeleeuwse verdedigingstorens. Weer beneden bezochten we nog de nodige mooie kerken en kloosters, met als hoogtepunt het 4e eeuwse Nekrisi-klooster. Als afsluiting van onze reis bezochten we ten slotte nog de hoofdstad Tbilisi waar momenteel veel Russen wonen die zijn gevlucht voor het repressieve bewind in hun eigen land. Tegelijkertijd tref je er ook de nodige Oekraïners die weer gevlucht zijn voor het Russische geweld tegen hun land. Tijdens de hele reis viel op dat de Georgische solidariteit met Oekraïne groot is, zich uitend in gratis toegangskaartje en kortingen in restaurants tot levensgrote Oekraïense vlaggen en wijnflessen met daarop steunbetuigingen aan Oekraïne.

Volgend jaar mei zullen we een vergelijkbare reis maken langs Georgisch-Turkse grens, waarbij we ook Georgisch erfgoed zullen bezoeken op Turks grondgebied.

Hieronder een zelf geschoten korte foto-impressie van de reis door Noordoost-Georgië.

In november en december geven we onder de titel ‘Culturele renaissance in Armenië en Georgië’ een cursus over de historische en actuele ontwikkelingen in Georgië (en Armenië), zie voor meer informatie:

Foto-impressie Oost-Georgische ontdekkingsreis Meer lezen »

Een ode aan Oekraïne in foto’s

Op brute wijze is het Russische leger bezig met de bewuste vernietiging van Oekraïne. Het is de zoveelste poging in de recente geschiedenis om de Oekraïense bevolking met geweld in het Russische gareel te krijgen. Wie herinnert zich niet de Holodomor & de ‘vermoorde renaissance’ (1930s), de sjistdesjatniki (1960s & 1970s), de Oranjerevolutie (2004), de Maidanopstand (2013/14)? Het Zesde Continent bezoekt al sinds de 2e helft van de jaren tachtig met enige regelmaat Oekraïne. Tijdens deze reizen en verblijven zagen we hoe de bevolking steeds meer haar lot in eigen handen nam en steevast bouwde aan een democratische samenleving en steeds gretiger de Europese waarden en normen omarmde. Onze laatste rondreis voor het uitbreken van de oorlog had vorig jaar oktober plaats. Op basis hiervan zouden we deze maand een nieuwe editie van de Dominicusreisgids Oekraïne uitgeven. De oorlog heeft hier dus (voorlopig) een streep doorgezet. Hieronder een zelf geschoten korte foto-impressie van deze reis, als ode aan de Oekraïense bevolking en haar rijke cultuur en natuur.

Vanaf 8 maart geven we onder de titel ‘Oekraïne in de houdgreep. Cultuurhistorische achtergronden bij een conflict’ een online-cursus over Oekraïne:

Een ode aan Oekraïne in foto’s Meer lezen »