Foto-impressie ontdekkingsreis Kazachstan en Kirgizië

Afgelopen weken had ik het voorrecht om ism HOVO en Labrys Reizen een reis te begeleiden door de Centraal-Aziatische landen Kazachstan en Kirgizië. Tot 1991 maakten ze deel uit van de Sovjet-Unie en sindsdien geven ze ieder op eigen wijze vorm aan hun onafhankelijkheid. Daarbij valt op dat er in beide landen ruim baan is voor de heropleving van oude tradities uit het pre-Russische tijdperk.

Het Centrale Staatsmuseum van Kazachstan in de voormalige Kazachse hoofdstad Almaty is bij uitstek het startpunt kennis te maken met de recente geschiedenis van Kazachstan. Sinds de onafhankelijkheid is het leidende narratief hier ingrijpend aangepast. Niet meer de Sovjet-Russische modernisering van het land staat centraal, maar de periode van het Kazachse Khanaat en zijn tradities, toen de Kazachen nog een nomadenbestaan leidden en in joerts woonden.

Wat betreft de Sovjet-Russische tijd maakt vooral de kaart met daarop de grootschalige immigratiegolven van niet-etnische Kazachen naar Kazachstan grote indruk. Deze zorgden ervoor dat er bij de start van de onafhankelijkheid in 1991 net zoveel Russen als Kazachen in het land woonden. Hoewel de Kazachen inmiddels een absolute meerderheid in eigen land vormen, is de voertaal in Almaty, de economische hoofdstad van het land, nog altijd het Russisch. Ook zijn de uithangborden en straatnamen nog nagenoeg allen tweetalig: in het (cyrillische) Kazachs en in het Russisch. Daarnaast staan er veel mooi gerestaureerde Russisch-orthodoxe kerken waar ik tijdens de middagdienst de nodige (Russische) kerkgangers aantref.

Ook qua architectuur is de eeuwenlange Russische invloed nog altijd terug te vinden: lange brede boulevards met grote gebouwen in typisch socialistisch-realistische bouwstijl. Tegelijkertijd valt het grote aandeel nieuwe Japanse auto’s in het verkeer op, als ook de nodige elektrisch aangedreven voertuigen inclusief stadsteps in alle soorten en maten. En bijna op elke hoek van de straat vind je typisch Centraal-Aziatische restaurantjes met lokale gerechten, vaak luisterend naar de naam tsjajnaja (theehuis). Bovendien vind ik op de grote ruim voorziene bazaar nagenoeg uitsluitend lokale kooplieden die hier hun goed uitziende koopwaar aanbieden, uiteenlopend van fruit en kruiden tot allerlei soorten vlees, in het bijzonder van paarden. Ook kom je nergens meer openbaar dronkenschap tegen en gaan de mensen in het verkeer uiterst respectvol met elkaar om.

Wanneer we Almaty verlaten om het Kazachse achterland te verkennen, zien we de nodige nieuw gebouwde kleine moskeeën. Maar de mensen die we onderweg spreken, blijken lang niet altijd het vrijdagmiddaggebed te bezoeken. Ook dragen veel vrouwen geen hoofddoekje. Een van hen vertelt me dat het land van oudsher een lichte versie van de (soennitische) islam belijdt, met de nodige ruimte voor sjamanistische elementen. Wat ook opvalt op het platteland is dat men vaker uitsluitend Kazachs spreekt en men zich een voorstander toont van het schrijven van het Kazachs in het Latijnse schrift, zoals dat ook volgend jaar officieel door de autoriteiten zal worden ingevoerd. Maar vooral de oudere generatie is hier niet blij mee: men heeft immers hun hele leven de Kazachse taal in het cyrillisch schrift gelezen en geschreven.

Inmiddels naderen we de grens met het zuidelijk gelegen buurland Kirgizië. Terwijl het landschap ruwer wordt, neemt vooral het aantal paardenkudden snel toe. Soms lopen ze met honderden tegelijkertijd rond en laven ze zich groepsgewijs aan het water uit de her en der verspreide riviertjes en meertjes. Ook zien we zo nu en dan een joert aan de horizon, maar dit zal pas echt toenemen wanneer we de grens met Kirgizië zijn over gegaan.

Veel meer dan in Kazachstan is in Kirgizië namelijk de precommunistische traditie van het nomadenbestaan weer opgepakt. Dit land heeft minder lang een Russische annexatie gekend dan Kazachstan waardoor het gemakkelijker bleek deze traditie na de onafhankelijkheid weer op te pakken. In de praktijk betekent dit vooralsnog vooral een nomadisch levensstijl in de zomertijd. Herders verzamelen dan schapen, koeien, jaks en paarden bij de kleinschalige boeren in de dorpen en nemen deze mee naar de hoger gelegen graslanden waar ze tot de inval van de winter verblijven. Ze overnachten in joerts en leven van de verkoop van de melk van deze beesten.

Het is ook vooral in Kirgizië waar je de opleving ziet van eeuwenoude nomadische tradities als Kok-boru en de jacht met behulp van adelaars. Tijdens een Kok-boru zagen we hoe acrobatische ruiters op snelle paarden vochten om het karkas van een geit te bemachtigen. Het winnen van zo’n wedstrijd bleek behalve een grote eer ook een kostbare prijs op te leveren, namelijk een luxe paard. Ook zagen we hoe Kirgiziërs adelaars inzetten bij hun jacht op onder meer konijnen, vossen en wolven. Deze roofvogels worden op zeer jonge leeftijd uit het ouderlijk nest gehaald en feitelijk opgevoed door de jager aan wie zij dan 100% loyaal geraken. Vaak in combinatie met een aantal taigans (Kirgizische hondenras) blijken ze zeer effectief te zijn bij hun jacht op de vele wilde dieren die het land kent.

Nog beter dan de Kazachen blijken Kirgiziërs erin zijn geslaagd een effectieve kleinschalige economie op te bouwen inclusief een goed lopende toeristische sector. Ondanks dat dit land een stuk armer is dan Kazachstan kent dit al jaren een aanhoudende stroom (wandel)toeristen uit het Westen voor wie zij een netwerk van zeer service-gerichte voorzieningen heeft ontwikkeld. Daarbij valt op dat vooral vrouwen zich tot kleine succesvolle ondernemers hebben ontpopt. Overigens blijkt in Kirgizië de invloed van de islam op het dagelijks leven vooralsnog beperkt te zijn. Bovendien kent het land sinds de onafhankelijkheid een veel grotere democratisering dan de andere Centraal-Aziatische landen waardoor er minder angst bestaat onder de bevolking om te ondernemen en samen te werken met partners uit het Westen.

Overigens is er eerder dit jaar in Kirgizië wel een wet aangenomen die het aandeel westerse financiering van plaatselijke ngo’s beperkt tot 20%, een vergelijkbare wet is onlangs ook in Georgië aangenomen. Vooralsnog is niet duidelijk wat de effecten van deze wet zullen zijn. Volgens een door ons bezochte ngo maakt men zich hierover nog niet al te veel zorgen. Net als Kazachstan lijkt Kirgizië vooral veel waarde te hechten aan de neutrale politieke status, en wil het naast goede relaties met buurlanden Rusland en China ook met het Westen op goede voet blijven staan. Tijdens onze rondreis zijn we inderdaad overal met open armen ontvangen. De vele lokale inwoners die we hebben gesprekken waren opvallend open minded en nergens zijn we op maar een greintje wantrouwen gestuit.

Hieronder een zelf geschoten korte foto-impressie van rondreis door Kazachstan en Kirgizië:

In november en december geven we onder de titel ‘De vijf ‘stans’: een cultuurhistorische verkenning van Centraal-Azië’ een cursus over de cultuur historische en actuele ontwikkelingen in de vijf Centraal-Aziatische landen Kazachstan, Kirgizië, Tadzjikistan, Oezbekistan en Turkmenistan, zie voor meer informatie:

Foto-impressie ontdekkingsreis Kazachstan en Kirgizië Meer lezen »